De Commissie economische en monetaire zaken (ECON) van het Europees Parlement heeft op 2 februari 2023 de voorgestelde tekst van AIFMD 2 gepubliceerd. AIFMD 2 zal zowel zekerheid bieden als flexibiliteit wegnemen voor kredietfondsen, in dit geval voornamelijk ten koste van open-end AIF's die leningen verstrekken.
Wat u kunt verwachten
Gebaseerd op de meest recente tekst:
- Alle kredietverstrekkers moeten interne kredietprocedures invoeren, die jaarlijks worden geëvalueerd.
- Leningen aan ICBE's en verzekeringsmaatschappijen worden beperkt
- Leningen aan bepaalde gelieerde ondernemingen worden verboden.
- De kosten van kredietverlening moeten transparanter worden gemaakt voor beleggers.
- Secundaire doorverkoop van leningen door het Fonds kan worden beperkt tot 95% van de positie van het AIF, behoudens uitzonderingen.
- Het verspreiden van originele documenten is verboden.
- AIFM's moeten gebruikmaken van closed-end fondsen en mogen geen gebruikmaken van open-end fondsen voor kredietverstrekking, tenzij het aflossingsbeleid en de liquiditeit van de portefeuille goed op elkaar zijn afgestemd.
De meest recente tekst
De voorgestelde tekst die aan het Parlement is voorgelegd, verschilt op een aantal punten die belangrijk zijn voor fondsen die leningen verstrekken, van de tekst die door de Europese Commissie is opgesteld.
De onderstaande tabel toont de bepalingen van de AIFMD die door AIFMD 2 zullen worden gewijzigd voor zover deze van toepassing zijn op Loan Origination Funds, de tekst zoals oorspronkelijk voorgesteld door de Commissie en de meest recente compromistekst die nu bij het Parlement in behandeling is. Foley geeft zijn interpretatie van de nieuwe tekst.
|
Voorgestelde wijziging |
Voorgestelde tekst van de Commissie van 25 november 2021 |
Op 2 februari 2023 heeft de Commissie economische en monetaire zaken van het Europees Parlement een voorstel voor een nieuwe tekst van AIFMD 2 gepubliceerd.
|
Foley's standpunt |
|
|
|
|
|
|
Tekst toevoegen aan artikel 4, lid 1
|
Geen |
(ag) „professionele belegger”: een belegger die wordt beschouwd als een professionele cliënt of die op verzoek kan worden behandeld als een professionele cliënt in de zin van bijlage II bij Richtlijn 2014/65/EG; (apa) 'kredietverstrekking' betekent het verstrekken van kredieten door een AIF als oorspronkelijke kredietverstrekker; (apb) "aandeelhouderslening": een lening die door een abi wordt verstrekt aan een onderneming waarin hij rechtstreeks of onrechtstreeks ten minste 5 % van het kapitaal of de stemrechten bezit, waarbij de lening niet onafhankelijk van de kapitaalinstrumenten die de abi in dezelfde onderneming bezit, aan derden kan worden verkocht. (apc) "kredietverstrekkende abi": een abi waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het verstrekken van kredieten en waarvan de nominale waarde van de verstrekte kredieten meer dan 60 % van de intrinsieke waarde bedraagt; (apd) 'kapitaal' betekent het totaal van de kapitaalinbreng en het niet-opgevraagde toegezegde kapitaal, berekend op basis van de investeerbare bedragen na aftrek van alle vergoedingen, kosten en uitgaven die direct of indirect door beleggers worden gedragen;
|
Lening toekenning als oorspronkelijke kredietverstrekker is onderworpen aan de nieuwe regelgeving 60% test om een kredietverstrekkende "sleeve" te onderscheiden van een kredietverstrekkende AIF |
|
|
|
|
|
|
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd: (a) in lid 3 wordt het volgende punt d) toegevoegd:
|
(d) voor kredietverstrekkingsactiviteiten, effectieve beleidslijnen, procedures en processen implementeren voor het verlenen van krediet, het beoordelen van het kredietrisico en het beheren en monitoren van hun kredietportefeuille, deze beleidslijnen, procedures en processen actueel en effectief houden en ze regelmatig en ten minste eenmaal per jaar herzien. |
(d) voor kredietverstrekkingsactiviteiten, met uitzondering van aandeelhoudersleningen die in totaal niet meer dan 150 % van het kapitaal van de abi bedragen, een doeltreffend beleid, doeltreffende procedures en doeltreffende processen invoeren voor het verlenen van krediet, het beoordelen van het kredietrisico en het beheren en controleren van hun kredietportefeuille, dat beleid, die procedures en die processen actueel en doeltreffend houden en ze regelmatig en ten minste eenmaal per jaar herzien. |
Kredietprocedures vereist voor alle AIF's die leningen verstrekken; onderworpen aan jaarlijkse beoordeling |
|
|
|
|
|
|
(b) tussen de leden 4 en 5 worden de volgende leden 4 bis tot en met 4 sexies ingevoegd: 4 bis. |
(a) Een AIFM zorgt ervoor dat een lening die door de door hem beheerde AIF aan een enkele kredietnemer wordt verstrekt, niet meer bedraagt dan 20 % van het kapitaal van de AIF wanneer de kredietnemer een van de volgende is:
|
Geen verandering
|
Nu een tweeledige test waarbij de 20%-test is gebaseerd op geld in de grond en toezeggingen. |
|
|
|
|
|
|
Nieuw 15.4(a) |
a) een financiële onderneming in de zin van artikel 13, lid 25, van Richtlijn 2009/138/EG; |
Geen verandering |
Bepaalde verzekeringsmaatschappijen mogen maximaal 20% lenen. |
|
|
|
|
|
|
Nieuw 15(a)(4)(b) |
b) een instelling voor collectieve belegging in de zin van artikel 4, lid 1, onder a), van deze richtlijn of in de zin van artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG. De in de eerste alinea vastgestelde beperking doet geen afbreuk aan de drempels, beperkingen en voorwaarden die zijn vastgesteld in de Verordeningen (EU) 2015/76050, (EU) 345/201351 en (EU) 346/201352. 4 ter. De in lid 4 bis vastgestelde beleggingslimiet van 20 % geldt: (a) worden toegepast uiterlijk op de datum die is vermeld in de statuten of oprichtingsakte van de AIF; (b) niet langer van toepassing zijn zodra de abi activa begint te verkopen om de rechten van deelneming of aandelen van beleggers af te lossen na afloop van de looptijd van de abi; (c) tijdelijk worden opgeschort voor een periode van maximaal 12 maanden wanneer de AIF aanvullend kapitaal aantrekt of zijn bestaande kapitaal vermindert |
Geen verandering |
UCITS mogen maximaal 20% lenen. |
|
|
|
|
|
|
Nieuw 15,4c |
4c. De in lid 4b, onder a), bedoelde toepassingsdatum houdt rekening met de specifieke kenmerken en eigenschappen van de activa waarin de abi zal beleggen, en mag niet later zijn dan de helft van de looptijd van de abi zoals aangegeven in de oprichtingsdocumenten van de abi. In uitzonderlijke omstandigheden kan de bevoegde autoriteit van de abi-beheerder, na indiening van een naar behoren gemotiveerd beleggingsplan, een verlenging van deze termijn met maximaal één jaar goedkeuren. |
Geen verandering |
|
|
|
|
|
|
|
Nieuw 15(a)(4)(aa) en nieuw 15(a)(4)(b) |
Geen |
(aa) een entiteit die tot dezelfde groep behoort als de abi-beheerder zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 11, van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad30, behalve wanneer die entiteit een financiële onderneming is die uitsluitend kredietnemers financiert die niet worden genoemd in de punten a), b) en c) van dit lid; b) zijn depositaris en de afgevaardigden van zijn depositaris;
|
Toegevoegde verboden op leningen aan AIFM of bewaarder |
|
|
|
|
|
|
15(a)(4)(da) |
Geen
|
4(da) De opbrengst van de lening, verminderd met de kosten voor het beheer van de lening, wordt volledig aan het fonds toegerekend. Alle kosten en uitgaven in verband met het beheer van de lening worden duidelijk bekendgemaakt overeenkomstig artikel 23 van deze richtlijn. |
Voegt PPM-informatie toe over kosten voor kredietbeheer |
|
|
|
|
|
|
Nieuw 15.4.d |
d. Het AIF verstrekt geen leningen aan de volgende entiteiten: (a) zijn AIFM of het personeel van zijn AIFM; (b) zijn bewaarder; (c) de entiteit waaraan zijn AIFM taken heeft gedelegeerd overeenkomstig artikel 20. |
Het AIF verstrekt geen leningen aan de volgende entiteiten:
|
Extra verboden lening |
|
|
|
|
|
|
Nieuw 15.4.e |
4e. Een AIFM zorgt ervoor dat de door hem beheerde AIF voortdurend en tot de vervaldatum 5 % van de nominale waarde van de door hem verstrekte en vervolgens op de secundaire markt verkochte leningen aanhoudt. De in de eerste alinea genoemde vereiste is niet van toepassing op leningen die de AIF op de secundaire markt heeft gekocht of wanneer een van de volgende situaties van toepassing is: a) de verkoop van de lening noodzakelijk is om te voorkomen dat het AIF zijn mandaat of een van zijn beleggings- of diversificatieregels schendt, en een dergelijke mogelijke schending onopzettelijk is van de kant van de beheerder, bijvoorbeeld als gevolg van de uitoefening van inschrijvings- of terugkooprechten; b) de verwijdering noodzakelijk is als gevolg van de sancties van de Unie; c) de AIF moet de leningen verkopen om de rechten van deelneming of aandelen van beleggers terug te kopen in het kader van de afwikkeling van de AIF.
|
4e. Een AIFM zorgt ervoor dat de door hem beheerde AIF voortdurend en tot de vervaldatum 5 % van de nominale waarde van de door hem verstrekte en vervolgens op de secundaire markt verkochte leningen aanhoudt. De in de eerste alinea genoemde vereiste is niet van toepassing op leningen die de AIF op de secundaire markt heeft gekocht of wanneer een van de volgende situaties van toepassing is:
|
Behoud van activa bij wederverkoop, behoudens uitzonderingen |
|
|
|
|
|
|
15.(a)(4)(ea) |
Geen |
De lidstaten verbieden AIFM's om AIF's te beheren waarvan de beleggingsstrategie bestaat in het verstrekken van leningen met als enig doel deze leningen aan derden over te dragen ("originate-to-distribute").
|
Nieuw verbod op het verspreiden van herkomstgegevens |
|
|
|
|
|
|
Artikel 16, nieuwe lid 2, onder a), invoegen |
2a. Een AIFM zorgt ervoor dat de door hem beheerde AIF een closed-end fonds is indien de nominale waarde van de door hem verstrekte leningen meer dan 60% van zijn nettovermogenswaarde bedraagt. |
Een AIFM zorgt ervoor dat de door hem beheerde AIF die leningen verstrekt, een gesloten AIF is wanneer de AIFM niet aan de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst kan aantonen dat de AIF beschikt over een deugdelijk systeem voor het beheer van liquiditeitsrisico's dat ervoor zorgt dat zijn liquiditeitsbeheersysteem verenigbaar is met zijn terugbetalingsbeleid.
|
Liquiditeitsrobuustheid verplicht voor open-end fondsen |
|
|
|
|
|
|
16, lid 2, onder aa) |
Geen |
2aa. De ESMA ontwikkelt technische reguleringsnormen met betrekking tot de beoordeling door de bevoegde autoriteiten of een kredietverstrekkende abi over een deugdelijk liquiditeitsbeheersysteem beschikt en een open structuur mag handhaven, rekening houdend met de onderliggende kredietblootstelling, de gemiddelde terugbetalingstermijn van de kredieten en de algemene granulariteit en samenstelling van de abi-portefeuilles. Bij het opstellen van die technische reguleringsnormen gaat de ESMA na of die beoordeling specifieke liquiditeitsbeheerinstrumenten moet omvatten, waaronder die welke zijn vermeld in de punten 1 en 2 van de lijst in bijlage V, en ook of dergelijke abi's onderworpen moeten zijn aan aanvullende informatieverstrekking met betrekking tot de specifieke kenmerken van kredietverstrekkende fondsen en hun gebruik van liquiditeitsbeheerinstrumenten, naast de vereisten van lid 2 ter.
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 23, voeg nieuw 4(d) toe |
(d) oorspronkelijke kredietportefeuille; |
|
|