De nieuwe grens: Financiering van projecten met alleen opslag en projecten met meerdere locaties

Batterijopslag wordt in snel tempo een belangrijke speler in de transitie naar schone energie. Er zijn twee hoofdtypen projecten: projecten die uitsluitend gericht zijn op opslag en projecten met een gecombineerde locatie. Projecten die uitsluitend gericht zijn op opslag zijn zelfstandige batterijsystemen die elektriciteit uit het net opslaan wanneer deze goedkoop of in overvloed beschikbaar is, en deze vervolgens leveren wanneer de vraag groot is. Projecten met een gecombineerde locatie combineren een hernieuwbare energiebron met batterijen op dezelfde locatie, waardoor ze extra stroom kunnen opslaan en deze later tegen betere prijzen kunnen verkopen.
Beide modellen kampen met regelgevende hindernissen. Op veel gebieden zijn de regels voor de deelname van opslag aan elektriciteitsmarkten nog in ontwikkeling. Zo verplicht FERC-besluit nr. 841 netbeheerders om opslag toegang te geven tot groothandelsmarkten, maar de details van de uitvoering verschillen per regio[1]. Co-located projecten kunnen in aanmerking komen voor ITC-kredieten onder de Inflation Reduction Act, maar ontwikkelaars moeten aan specifieke vereisten voldoen om deze voordelen te ontvangen[2. Vanwege deze complexe regelgeving geven kredietverstrekkers vaak de voorkeur aan projecten in meer beproefde markten, zoals zonne- en windenergie.
Een grote uitdaging voor projecten die uitsluitend gericht zijn op opslag is het handelsrisico, met andere woorden de onzekerheid van het afhankelijk zijn van schommelende marktprijzen voor het grootste deel van hun inkomsten als katalysator voor de verkoop van energie. Om dit risico te verminderen, kunnen ontwikkelaars op zoek gaan naar langetermijncontracten of hun inkomsten diversifiëren door middel van diensten zoals capaciteitsondersteuning en frequentieregulering[3]. Gecombineerde projecten kunnen het handelsrisico verlagen omdat ze een stabiele verkoop van hernieuwbare energie combineren met batterijdiensten, wat leidt tot meer voorspelbare inkomstenstromen.
Vanuit het oogpunt van de kredietverstrekker hangt financiering af van het vertrouwen in het inkomstenmodel van het project, de naleving van regelgeving en bewezen technologische prestaties. Stand-alone opslag wordt vaak kritischer bekeken en vereist mogelijk een hoger eigen vermogen van de ontwikkelaar. Gecombineerde projecten lijken misschien aantrekkelijker vanwege hun gecombineerde inkomstenbronnen, maar ze vereisen ook een zorgvuldige exploitatie om zowel het opwekkings- als het opslagpotentieel te maximaliseren. Naarmate het beleid en de markten volwassener worden, zullen kredietverstrekkers naar verwachting meer vertrouwd raken met beide modellen, met name die welke worden ondersteund door stabiele contracten en duidelijke goedkeuring door de regelgevende instanties.[4].